De Heks, De piraten en de Ketel van Stormen

De nacht was pikzwart toen het piratenschip De Zilte Zeemeermin plotseling stilviel.
Geen wind, geen golven – alleen stilte.
Kaptein Roderik Rookbaard kneep zijn verrekijker dicht. “De zee leeft niet meer,”gromde hij.
“En als de zee niet leeft, is er magie in het spel”.
Uit het niets verscheen een groene mist. Een eiland verscheen op eens – niet op hun
kaarten zichtbaar, maar dreigend aan de horizon. De lucht trilde van een vreemd gefluister.
De piraten hesen de sloep en roeiden er naartoe, terwijl het water onder hen gloeiend groen
werd.
Aan land vonden ze een school vol zwarte torens en borrelende ketels. Vlammen likten
tegen de muren van steen. In het midden stond Morgana, de heks van de Toverketelschool,
met een staf die knetterde van kracht.
“Wie durft mijn eiland te betreden?” riep ze.
“Kaptein Rookbaard”, zei hij trots. “En ik zoek antwoorden – waarom is de zee gestorven?”.
Morgana’s blik werd donker. “Mijn Ketel van Stormen is gestolen. Zonder hem zwijgt de wind
en sterft de zee. Ik vermoed …. piratenhanden”.
Rookbaard trok zijn sabel. “Wij stelen schatten, geen ketels! Maar als iemand de wind heeft
gestolen, zal ik hem terughalen”.
Samen met Morgana’s leerling Lila, een jonge heks met meer moed dan ervaring, daalden
ze af in de Grotten van de Diepe Zee. Daar wachtte de Zeeheks Nerida, half vrouw, half
inktvis, met ogen als gloeiende kooltjes.
“De zee zal van mij zijn!” siste ze. “Met deze ketel heers ik over storm en stilte!”.
De piraten stormden naar voren, terwijl Morgana een spreuk schreeuwde. Bliksem sloeg
neer, het water kolkte. Nerida zwiepte haar tentakels, sloeg piraten overboord, maar
Rookbaard klom omhoog, greep de Ketel en riep:
“De zee hoort vrij te zijn!” en met een donderende klap barstte de ketel open – en de wind
keerde terug. De zee zong weer, wild en levend.
Morgana glimlachte. “Je hebt je wens verdiend, kapitein Rookbaard”.
Rookbaard keek naar zijn schip dat weer danste op de golven. “Ik wens slechts één ding:
dat de wind nooit meer zwijgt”.
De heks tikte haar staf tegen de ketel, en een eeuwige bries vulde de zeilen van De zilte
Zeemeermin. Sindsdien vaart Rookbaard zeeën over en als het stormt op zee… hoor je de
lach van Morgana.